KENNISGEVING |
---|
Voeg nooit koelvloeistof toe aan een oververhitte motor. Dit kan motorschade tot gevolg hebben. Laat de motor eerst afkoelen. |
KENNISGEVING |
---|
Als de motor moet worden opgeslagen in, of vervoerd naar, een gebied met temperaturen onder het vriespunt, moet het koelsysteem worden beschermd tot de laagste buitentemperatuur of volledig worden afgetapt om beschadiging te voorkomen. |
KENNISGEVING |
---|
Controleer het soortelijk gewicht van de koelvloeistof vaak op bescherming tegen bevriezing of koken. |
Reinig het koelsysteem om de volgende redenen:
- Verontreiniging van het koelsysteem
- Oververhitting van de motor
- Schuimen van de koelvloeistof
Opm. Er kunnen luchtzakken in het koelsysteem ontstaan als het koelsysteem sneller dan met
Nadat u het koelsysteem hebt afgetapt en gevuld, laat u de motor draaien. Laat de motor zonder de vuldop draaien totdat de koelvloeistof de normale bedrijfstemperatuur bereikt en het koelvloeistofpeil zich stabiliseert. Zorg dat de koelvloeistof op het juiste peil wordt gehouden.
KENNISGEVING |
---|
Laat een motor nooit draaien zonder thermostaten in het koelsysteem. Thermostaten houden de motorkoelvloeistof op de juiste bedrijfstemperatuur. Zonder thermostaten kunnen problemen met het koelsysteem ontstaan. |
Raadpleeg de Speciale instructie, SDBD0518, "Ken uw koelsysteem" en Speciale instructie, SEBD0970, "Coolant and Your Engine" (Koelvloeistof en uw motor) voor meer informatie.
Vele motorstoringen worden veroorzaakt door het koelsysteem. Defecten in het koelsysteem leiden tot de volgende problemen: oververhitting, lekkage van de waterpomp, verstopte radiateurs of warmtewisselaars en invreting van de cilindervoeringen.
Deze storingen kunnen worden vermeden door het juiste onderhoud van het koelsysteem. Onderhoud van het koelsysteem is even belangrijk als onderhoud van het brandstofsysteem en van het smeersysteem. De kwaliteit van de koelvloeistof is even belangrijk als de kwaliteit van de brandstof en de smeerolie.
Koelvloeistof bestaat gewoonlijk uit drie onderdelen: water, toevoegingen en glycol.
KENNISGEVING |
---|
Gebruik nooit alleen water zonder corrosie-inhibitor (SCA) of zonder koelvloeistof met inhibitor. Water is altijd corrosief bij de bedrijfstemperatuur van de motor. Water biedt onvoldoende bescherming tegen koken of bevriezen. |
Water wordt in het koelsysteem gebruikt om warmte over te dragen.
Gedestilleerd water of gedeïoniseerd water wordt aangeraden voor gebruik in motorkoelsystemen.
Gebruik NIET de volgende soorten water in de koelsystemen: hard water, met zout onthard water en zeewater.
Als gedestilleerd water of gedeïoniseerd water niet beschikbaar is, moet u water gebruiken met de eigenschappen die in tabel 1 worden vermeld.
Minimaal aanvaardbare watervereisten van Caterpillar | ||||
---|---|---|---|---|
Eigenschap | Maximale grens | ASTM test | ||
Chloride (Cl) | |
"D512", "D4327" | ||
Sulfaat (SO4) | |
"D516" | ||
Totale hardheid | |
"D1126" | ||
Totaal aan vaste stoffen | |
"D1888" | ||
Zuurgraad | pH van 5,5 tot 9,0 | "D1293" |
Een wateranalyse kan bij de volgende instanties worden verkregen:
- Caterpillar dealer
- Plaatselijk waterleidingbedrijf
- Landbouwconsulent
- Zelfstandig laboratorium
Toevoegingen helpen om metaaloppervlakken van het koelsysteem te beschermen. Geen of onvoldoende koelvloeistoftoevoegingen kunnen het volgende veroorzaken:
- Corrosie
- Afzetting van mineralen
- Roest
- Schilfertjes
- Invreten en erosie als gevolg van cavitatie van de cilindervoering
- Schuimen van de koelvloeistof
Vele toevoegingen worden tijdens het draaien van de motor verbruikt. Deze toevoegingen moeten periodiek worden bijgevuld. Dit kan worden gedaan door corrosie-inhibitoren (SCA, Supplemental Coolant Additives) aan Diesel Engine Antifreeze/Coolant (DEAC, dieselmotor antivries/koelvloeistof) toe te voegen of door ELC Extender aan Extended Life koelvloeistof (ELC) toe te voegen.
De toevoegingen moeten in de juiste concentratie worden toegevoegd. Een te hoge concentratie toevoegingen kan inhibitoren uit de oplossing doen neerslaan. De afzettingen kunnen de volgende problemen veroorzaken:
- Vorming van gelverbindingen
- Afname van warmteoverdracht
- Lekkage van de waterpompafdichting
- Verstopping van radiateurs, koelers en kleine kanalen
Glycol in de koelvloeistof helpt tegen het volgende beschermen:
- Koken
- Bevriezen
- Cavitatie van de waterpomp en de cilindervoering
Voor de beste prestaties raadt Caterpillar een oplossing van gelijke delen water en glycol (1:1) aan.
Opm. Gebruik een mengsel dat bescherming biedt tegen de laagste omgevingstemperatuur.
Opm. 100 procent pure glycol bevriest bij een temperatuur van
De meeste conventionele koelvloeistoffen/antivriesmiddelen voor zwaar gebruik maken gebruik van ethyleenglycol. Propyleenglycol mag ook worden gebruikt. Bij een mengsel van gelijke delen water bieden ethyleen- en propyleenglycol gelijke bescherming tegen bevriezen en koken. Zie tabel 2 en 3.
Ethyleenglycol | ||
---|---|---|
Concentratie | Bescherming tegen bevriezen | Bescherming tegen koken |
50 procent | |
|
60 procent | |
|
KENNISGEVING |
---|
Gebruik propyleenglycol niet in concentraties met meer dan 50 procent glycol omdat propyleenglycol minder warmte overdraagt. Gebruik ethyleenglycol onder omstandigheden waar extra bescherming tegen koken of bevriezen vereist is. |
Propyleenglycol | ||
---|---|---|
Concentratie | Bescherming tegen bevriezen | Bescherming tegen koken |
50 procent | |
|
Voor het controleren van de concentratie glycol gebruikt u de 1U-7298 antivriesconcentratie/accumeter (graden Celsius) of de 1U-7297 antivriesconcentratie/accumeter (graden Fahrenheit). Deze meters leveren aflezingen die onmiddellijk en nauwkeurig zijn. De testsets kunnen met ethyleen- of propyleenglycol worden gebruikt.