3054 and 3056 Industrial and Generator Set Engines Caterpillar


General Coolant Information

Usage:

3056 1ML


KENNISGEVING

Voeg nooit koelvloeistof toe aan een oververhitte motor. Dit kan motorschade tot gevolg hebben. Laat de motor eerst afkoelen.



KENNISGEVING

Als de motor moet worden opgeslagen in, of vervoerd naar, een gebied met temperaturen onder het vriespunt, moet het koelsysteem worden beschermd tot de laagste buitentemperatuur of volledig worden afgetapt om beschadiging te voorkomen.



KENNISGEVING

Controleer het soortelijk gewicht van de koelvloeistof vaak op bescherming tegen bevriezing of koken.


Reinig het koelsysteem om de volgende redenen:

  • Verontreiniging van het koelsysteem

  • Oververhitting van de motor

  • Schuimen van de koelvloeistof

Opm. Er kunnen luchtzakken in het koelsysteem ontstaan als het koelsysteem sneller dan met 5 l (1,3 Am. gallon) per minuut wordt gevuld.

Nadat u het koelsysteem hebt afgetapt en gevuld, laat u de motor draaien. Laat de motor zonder de vuldop draaien totdat de koelvloeistof de normale bedrijfstemperatuur bereikt en het koelvloeistofpeil zich stabiliseert. Zorg dat de koelvloeistof op het juiste peil wordt gehouden.


KENNISGEVING

Laat een motor nooit draaien zonder thermostaten in het koelsysteem. Thermostaten houden de motorkoelvloeistof op de juiste bedrijfstemperatuur. Zonder thermostaten kunnen problemen met het koelsysteem ontstaan.


Raadpleeg de Speciale instructie, SDBD0518, "Ken uw koelsysteem" en Speciale instructie, SEBD0970, "Coolant and Your Engine" (Koelvloeistof en uw motor) voor meer informatie.

Vele motorstoringen worden veroorzaakt door het koelsysteem. Defecten in het koelsysteem leiden tot de volgende problemen: oververhitting, lekkage van de waterpomp, verstopte radiateurs of warmtewisselaars en invreting van de cilindervoeringen.

Deze storingen kunnen worden vermeden door het juiste onderhoud van het koelsysteem. Onderhoud van het koelsysteem is even belangrijk als onderhoud van het brandstofsysteem en van het smeersysteem. De kwaliteit van de koelvloeistof is even belangrijk als de kwaliteit van de brandstof en de smeerolie.

Koelvloeistof bestaat gewoonlijk uit drie onderdelen: water, toevoegingen en glycol.

Water


KENNISGEVING

Gebruik nooit alleen water zonder corrosie-inhibitor (SCA) of zonder koelvloeistof met inhibitor. Water is altijd corrosief bij de bedrijfstemperatuur van de motor. Water biedt onvoldoende bescherming tegen koken of bevriezen.


Water wordt in het koelsysteem gebruikt om warmte over te dragen.

Gedestilleerd water of gedeïoniseerd water wordt aangeraden voor gebruik in motorkoelsystemen.

Gebruik NIET de volgende soorten water in de koelsystemen: hard water, met zout onthard water en zeewater.

Als gedestilleerd water of gedeïoniseerd water niet beschikbaar is, moet u water gebruiken met de eigenschappen die in tabel 1 worden vermeld.

Tabel 1
Minimaal aanvaardbare watervereisten van Caterpillar 
Eigenschap  Maximale grens  ASTM test 
Chloride (Cl)  40 mg/l (2,4 gr/Am. gallon)  "D512", "D4327" 
Sulfaat (SO4 100 mg/l (5,9 gr/Am. gallon)  "D516" 
Totale hardheid  170 mg/l (10 gr/Am. gallon)  "D1126" 
Totaal aan vaste stoffen  340 mg/l (20 gr/Am. gallon)  "D1888" 
Zuurgraad  pH van 5,5 tot 9,0  "D1293" 

Een wateranalyse kan bij de volgende instanties worden verkregen:

  • Caterpillar dealer

  • Plaatselijk waterleidingbedrijf

  • Landbouwconsulent

  • Zelfstandig laboratorium

Toevoegingen

Toevoegingen helpen om metaaloppervlakken van het koelsysteem te beschermen. Geen of onvoldoende koelvloeistoftoevoegingen kunnen het volgende veroorzaken:

  • Corrosie

  • Afzetting van mineralen

  • Roest

  • Schilfertjes

  • Invreten en erosie als gevolg van cavitatie van de cilindervoering

  • Schuimen van de koelvloeistof

Vele toevoegingen worden tijdens het draaien van de motor verbruikt. Deze toevoegingen moeten periodiek worden bijgevuld. Dit kan worden gedaan door corrosie-inhibitoren (SCA, Supplemental Coolant Additives) aan Diesel Engine Antifreeze/Coolant (DEAC, dieselmotor antivries/koelvloeistof) toe te voegen of door ELC Extender aan Extended Life koelvloeistof (ELC) toe te voegen.

De toevoegingen moeten in de juiste concentratie worden toegevoegd. Een te hoge concentratie toevoegingen kan inhibitoren uit de oplossing doen neerslaan. De afzettingen kunnen de volgende problemen veroorzaken:

  • Vorming van gelverbindingen

  • Afname van warmteoverdracht

  • Lekkage van de waterpompafdichting

  • Verstopping van radiateurs, koelers en kleine kanalen

Glycol

Glycol in de koelvloeistof helpt tegen het volgende beschermen:

  • Koken

  • Bevriezen

  • Cavitatie van de waterpomp en de cilindervoering

Voor de beste prestaties raadt Caterpillar een oplossing van gelijke delen water en glycol (1:1) aan.

Opm. Gebruik een mengsel dat bescherming biedt tegen de laagste omgevingstemperatuur.

Opm. 100 procent pure glycol bevriest bij een temperatuur van -23 °C (-9 °F).

De meeste conventionele koelvloeistoffen/antivriesmiddelen voor zwaar gebruik maken gebruik van ethyleenglycol. Propyleenglycol mag ook worden gebruikt. Bij een mengsel van gelijke delen water bieden ethyleen- en propyleenglycol gelijke bescherming tegen bevriezen en koken. Zie tabel 2 en 3.

Tabel 2
Ethyleenglycol 
Concentratie  Bescherming tegen bevriezen  Bescherming tegen koken 
50 procent  -36 °C (-33 °F)  106 °C (223 °F) 
60 procent  -51 °C (-60 °F)  111 °C (232 °F) 


KENNISGEVING

Gebruik propyleenglycol niet in concentraties met meer dan 50 procent glycol omdat propyleenglycol minder warmte overdraagt. Gebruik ethyleenglycol onder omstandigheden waar extra bescherming tegen koken of bevriezen vereist is.


Tabel 3
Propyleenglycol 
Concentratie  Bescherming tegen bevriezen  Bescherming tegen koken 
50 procent  -29 °C (-20 °F)  106 °C (223 °F) 

Voor het controleren van de concentratie glycol gebruikt u de 1U-7298 antivriesconcentratie/accumeter (graden Celsius) of de 1U-7297 antivriesconcentratie/accumeter (graden Fahrenheit). Deze meters leveren aflezingen die onmiddellijk en nauwkeurig zijn. De testsets kunnen met ethyleen- of propyleenglycol worden gebruikt.

Caterpillar Information System:

3126B Marine Engine Crankshaft - Install
3126B Marine Engine Unit Injector Sleeve - Remove
3126B Marine Engine Unit Injector - Install
3524B Engines for Off-Highway Trucks Can Not Reach Top Engine RPM
3126B Engines for Caterpillar Built Machines Unit Injector - Remove
3003, 3013, 3014 and 3024 Industrial Engines Coolant Recommendations
C0.5, C0.7, C0.7, C1.1/3011C, C1.5/3013C, C1.6 and C2.2/3024C/3024CT Industrial Engines and Engines for Caterpillar Built Machines Fuel Conservation Practices
3618 Engine Crankshaft Main Bearings - Remove
3612 and 3616 Engines Cylinder Head - Remove
C-10 and C-12 Truck Engines Water Pump
3003, 3013, 3014 and 3024 Industrial Engines Engaging the Driven Equipment
Caterpillar Monitoring System for Electronic Modular Control Panel CID 0102 FMI 08 Pressure Sensor (Boost) Abnormal Signal - Test
3126B Marine Engine Injection Actuation Pressure Control Valve - Remove
3126B Marine Engine Injection Actuation Pressure Control Valve - Install
3126B Marine Engine Unit Injector Hydraulic Pump - Remove
3126B Marine Engine Crankshaft - Remove
3126B Marine Engine Unit Injector Hydraulic Pump - Install
3176C and 3196 Engines for Caterpillar Built Machines Piston Cooling Jet
3126B Marine Engine Vibration Damper and Pulley - Remove and Install
3126B Engines for Caterpillar Built Machines Camshaft - Install
3126B Marine Engine Front Cover - Remove
3126B Marine Engine Front Cover - Install
3126B Marine Engine Housing (Front) - Remove
3126B Engines for Caterpillar Built Machines Camshaft - Remove
Back to top
The names Caterpillar, John Deere, JD, JCB, Hyundai or any other original equipment manufacturers are registered trademarks of the respective original equipment manufacturers. All names, descriptions, numbers and symbols are used for reference purposes only.
CH-Part.com is in no way associated with any of the manufacturers we have listed. All manufacturer's names and descriptions are for reference only.