PM3516 Power Modules Caterpillar

• De motor raakt vaak oververhit.

• De koelvloeistof schuimt.

• Olie of brandstof is het koelsysteem binnengedrongen en de koelvloeistof is verontreinigd.

Het koelsysteem aftappen

1. Stop de motor en laat hem afkoelen. Sluit de waterinlaat van de nakoeler met extern watercircuit. Verzeker u ervan dat de motor niet start wanneer het koelsysteem wordt afgetapt.

2. Draai de radiateurvuldop langzaam los om de druk te ontlasten. Verwijder de radiateurvuldop.
   Show/hide table

   Illustratie 1	g00728444
   De afvoeropening van het koelsysteem bevindt zich achter de luiken achteraan. (1) Koelvloeistofaftapkraan

   Show/hide table

   Illustratie 2	g00739027
   Locatie van de aftappluggen van het koelsysteem (2) Motoroliekoeler (3) Pomp voor watermantel (4) Cilinderblok

   Opm. Als de motor een watermantelverwarmer heeft, tapt u de koelvloeistof uit de verwarmer af.

3. Open de koelvloeistofaftapkraan. Verwijder de koelsysteemaftappluggen. Laat de koelvloeistof weglopen.

Raadpleeg voor informatie over het afvoeren en recyclen van gebruikte koelvloeistof uw Cat dealer of de Caterpillar Service Technology Group:

Koelsysteem reinigen

1. Spoel het koelsysteem door met schoon water om alle rommel te verwijderen nadat het koelsysteem is afgetapt.

2. Sluit de koelsysteemaftapkraan. Reinig en installeer de koelsysteemaftappluggen.
   Show/hide table

   KENNISGEVING
   Vul het koelsysteem niet sneller dan met 19 l (5 Am. gallon) per minuut om luchtzakken te voorkomen.

3. Vul het koelsysteem met een mengsel van schoon water en Caterpillarsnelwerkende koelsysteemreiniger. Voeg 0,5 l (1 pint) reiniger per 15 l (4 US-gall.) koelsysteeminhoud toe. Installeer de radiateurvuldop.

4. Open de waterinlaat van de nakoeler met extern watercircuit (indien aanwezig). Start de motor. Laat de motor minimaal 30 minuten draaien met een koelvloeistoftemperatuur van minstens 82 °C (180 °F).

5. Stop de motor en laat hem afkoelen. Sluit de waterinlaat van de nakoeler met extern watercircuit (indien aanwezig). Draai de radiateurvuldop langzaam los om de druk te ontlasten. Verwijder de radiateurvuldop. Open de koelvloeistofaftapkraan. Verwijder de koelsysteemaftappluggen. Laat het water weglopen.
   Show/hide table

   KENNISGEVING
   Door het onjuist of onvolledig spoelen van het koelsysteem kunnen koperen en andere metalen componenten schade oplopen. Zorg dat u het koelsysteem volledig doorspoelt met helder water om schade aan het koelsysteem te voorkomen. Blijf het systeem doorspoelen totdat alle resten van het schoonmaakmiddel volledig zijn verdwenen.

6. Spoel het koelsysteem met schoon water door totdat het afgetapte water helder is. Sluit de koelvloeistofaftapkraan. Reinig en installeer de koelsysteemaftappluggen. Open de waterinlaat van de nakoeler met extern watercircuit (indien aanwezig).

Koelsystemen met zware afzetting of verstopping reinigen

Opm. De volgende procedure is alleen doeltreffend als koelvloeistof door de componenten van het koelsysteem stroomt.

1. Spoel het koelsysteem door met schoon water om alle rommel te verwijderen nadat het koelsysteem is afgetapt.

2. Sluit de koelvloeistofaftapkraan. Reinig en installeer de koelsysteemaftappluggen.

3. Vul het koelsysteem met een mengsel van schoon water en Caterpillarsnelwerkende koelsysteemreiniger. Voeg 0,5 l (1 pint) reiniger per 3,8 tot 7,6 l (1 tot 2 US-gall.) koelsysteeminhoud toe. Installeer de radiateurvuldop.

4. Open de waterinlaat van de nakoeler met extern watercircuit (indien aanwezig). Start de motor. Laat de motor minimaal 90 minuten draaien bij een koelvloeistoftemperatuur van minstens 82 °C (180 °F).

5. Stop de motor en laat hem afkoelen. Sluit de waterinlaat van de nakoeler met extern watercircuit (indien aanwezig). Draai de radiateurvuldop langzaam los om de druk te ontlasten. Verwijder de radiateurvuldop. Open de koelvloeistofaftapkraan. Verwijder de koelsysteemaftappluggen. Laat het water weglopen.
   Show/hide table

   KENNISGEVING
   Door het onjuist of onvolledig spoelen van het koelsysteem kunnen koperen en andere metalen componenten schade oplopen. Zorg dat u het koelsysteem volledig doorspoelt met helder water om schade aan het koelsysteem te voorkomen. Blijf het systeem doorspoelen totdat alle resten van het schoonmaakmiddel volledig zijn verdwenen.

6. Spoel het koelsysteem met schoon water door totdat het afgetapte water helder is. Sluit de koelsysteemaftapkraan. Reinig en installeer de koelsysteemaftappluggen.

Vul het koelsysteem

Opm. Raadpleeg voor informatie over de juiste te gebruiken koelvloeistof deze Bedienings- en onderhoudshandleiding, "Aanbevolen koelvloeistoffen" (gedeelte Onderhoud). Raadpleeg voor de inhoud van het koelsysteem deze Bedienings- en onderhoudshandleiding, " Inhouden" (gedeelte Onderhoud).

1. Vul het koelsysteem met koelvloeistof. Installeer de radiateurvuldop niet nadat u het koelsysteem hebt gevuld.

2. Open de waterinlaat van de nakoeler met extern watercircuit (indien aanwezig). Start de motor. Laat de motor draaien om de holten in het motorblok te ontluchten. Laat de koelvloeistof warm worden en laat het koelvloeistofpeil zich stabiliseren. Stop de motor.

3. Controleer het koelvloeistofpeil. Houd het koelvloeistof op het juiste peil in het kijkglas (indien aanwezig). Als er geen kijkglas is, houd de koelvloeistof dan binnen 13 mm (0,5") onder de onderkant van de vulpijp.

4. Reinig de radiateurvuldop. Inspecteer de pakkingen van de radiateurvuldop. Als de pakkingen van de radiateurvuldop beschadigd zijn, gooi de oude radiateurvuldop dan weg en breng een nieuwe aan. Als de pakkingen van de radiateurvuldop niet beschadigd zijn, gebruik dan een 9S-8140 drukpomp om een druktest op de radiateurvuldop uit te voeren. De juiste druk is op de voorkant van de radiateurvuldop gestempeld. Als de radiateurvuldop de juiste druk niet kan aanhouden, installeer dan een nieuwe radiateurvuldop.

5. Start de motor. Inspecteer het koelsysteem op lekken en de juiste bedrijfstemperatuur.