Als de motor gedurende enkele weken niet zal worden gestart, loopt de smeerolie van de cilinderwanden en zuigerveren af. Er kan zich dan roest op het oppervlak van de cilindervoeringen vormen, waardoor de motor sneller zal slijten en korter zal meegaan.
Om overmatige motorslijtage te voorkomen, moet u de onderstaande richtlijnen volgen:
- Voer alle aanbevelingen voor het smeren uit die in deze Bedienings- en onderhoudshandleiding, "Maintenance Interval Schedule" (het gedeelte Maintenance) staan.
- Als temperaturen onder het vriespunt worden verwacht, controleer dan of het koelsysteem voldoende beschermd is tegen vorstschade. Raadpleeg deze Bedienings- en onderhoudshandleiding, "Algemene informatie over koelvloeistof" (gedeelte Onderhoud).
Als een motor buiten bedrijf is en er geen plannen zijn om de motor te gebruiken, moeten speciale voorzorgsmaatregelen worden genomen. Als de motor langer dan één maand wordt opgeslagen, wordt een volledige beschermingsprocedure aangeraden.
Uw Caterpillar dealer heeft instructies voor het voorbereiden van de motor voor langere opslagperioden.
Voor meer informatie over het opslaan van motoren kunt u Speciale instructie, SEHS9031, "Storage Procedure for Caterpillar Products (Opslagprocedure voor Caterpillar producten)" raadplegen.
Een opslagperiode van langer dan zes maanden moet door de volgende voorbereidingen worden voorafgegaan:
- Installeer zakken met droogmiddel onder het deksel van de bekrachtiger en in het scherm van de ventilator.
- Sluit het geheel af met plastic of een ander materiaal dat voor dit doel is ontworpen.
- Breng een geschikt label aan op de generator. Hierdoor wordt verzekerd dat conserveringsvetten en zakken met droogmiddel worden verwijderd voordat de generator in gebruik wordt genomen.
Generatoren met kogellagers maken gebruik van smeervet. Dit smeervet is aan bederf onderhevig. Als de generator langer dan één jaar wordt opgeslagen, kunnen nieuwe kogellagers nodig zijn. Die lagers moeten worden gesmeerd vóór ze in bedrijf worden genomen. De lagers hoeven niet te worden vervangen als tijdens de inspectie blijkt dat de lagers geen roest of corrosie vertonen en er zich geen lawaai of buitensporige trilling voordoet tijdens het opstarten.
Meet de isolatieweerstand van elke wikkeling als de generator aan de volgende omstandigheden werd blootgesteld:
- Snelle temperatuursveranderingen
- Bevriezen
- Natte omstandigheden tijdens opslag
Opm. U dient deze tests uit te voeren voordat stroomaansluitingen worden gemaakt. U dient deze tests uit te voeren voordat bedieningsaansluitingen worden gemaakt.
Raadpleeg het gedeelte Generatoronderhoud in deze handleiding om de volgende items te meten:
- Bekrachtigingsveld (stator)
- Bekrachtigingsanker (rotor)
- Generatorveld (rotor)
- Generatoranker (stator)
Voor meer informatie over het opslaan van de generator kunt u uw Caterpillar dealer raadplegen.