Bedien deze uitrusting alleen en werk er alleen aan als u de instructies en waarschuwingen in de Bedienings- en Onderhoudshandleiding hebt gelezen en begrepen. Het niet opvolgen van de instructies of het negeren van de waarschuwingen kan leiden tot ernstige of dodelijke ongevallen. Neem contact op met uw Cat dealer voor nieuwe handleidingen. U bent verantwoordelijk voor het juiste onderhoud. |
Gebruik geen geknikte of gerafelde draadkabels of draadkabels met versleten plekken. Draag handschoenen bij het hanteren van draadkabels. |
KENNISGEVING |
---|
De draadkabel moet een 6 x 25 lasdraadconstructie zijn, voorgevormd; rechts gelijkslag, met een onafhankelijke draadkabelkern (IWRC: Independent Wire Rope Core). De draadkabel moet een minimale breuksterkte van |
Specificaties voor giekkabel | ||
Gieklengte | Kabelmaat (diameter) | Lengte |
|
19,02 mm (0,75") | Standaard
|
|
19,02 mm (0,75") | Uitgeschoven
|
|
19,02 mm (0,75") | Standaard
|
|
19,02 mm (0,75") | Uitgeschoven
|
- Laat de giek op het maaiveld zakken en ondersteun hem.
Opm. De kracht in de geladen liertrommel moet worden ontlast voordat de draadkabel van een geladen trommel wordt verwijderd.
- Verwijder het anker voor de draadkabel van de trommel voor de giek.
Show/hide table
KENNISGEVING Rol de staalkabel van de spoel af. Til de staalkabel nooit in lussen van de spoel af.
- Wikkel de nieuwe draadkabel van de spoel af.
Opm. Las de einden van de draadkabel om rafelen te voorkomen.
Opm. Rol de kabel helemaal af van de spoel. Leg de draadkabel op een vlak oppervlak. Til de draadkabel nooit opgerold van de spoel.
Show/hide tableIllustratie 1 g00887342 - Leid kabel (1) in de smalle sleuf en door de grotere sleuf in de trommel voor de giek.
- Zorg dat 2 tot 4 windingen van dopschroef (2) in de kabelverankering (4) zijn gedraaid. Begin met de dopschroef en steek de kabelverankering zo ver mogelijk in de grotere sleuf.
- Zorg dat de lip van borging (3) naar bovenrand (5) van de kleinere sleuf is gericht, om de borging op zijn plaats te houden. Maak een lus met het kabeleinde en steek de kabel in de sleuf achter de kabelverankering.
- Trek aan de kabel en de verankering zodat deze goed in de sleuf zijn gezekerd. Draai de dopschroef aan met een aandraaimoment (6) van
44 ± 3 N·m (32 ± 2 lb ft) .
- Wikkel één helft van de draadkabel op de trommel (7). Wikkel de kabel gelijkmatig over de trommel.
Show/hide table
Illustratie 2 g03729822 (7) Liertrommel
(8) Onderste giekblok
(9) Bovenste giekblokShow/hide tableIllustratie 3 g03729832 Aanzicht vanaf de achterkant van machine
(1) Kabel
(10) Ingebouwde katrolschijf van het onderste giekblok
(11) Externe katrolschijf van het onderste giekblok
(12) Ingebouwde katrolschijf van het bovenste giekblok
(13) Externe katrolschijf van het bovenste giekblok
(14) Wig
(15) Klem - Installeer kabel (1) van liertrommel (7) op het bovenste giekblok (9) en het onderste giekblok (8) op de volgende manier:
- Leid de kabel (1) van de liertrommel naar de externe katrolschijf van het bovenste giekblok (13). Installeer de kabel rond de katrolschijf aan de voorzijde.
- Leid de kabel naar de externe katrolschijf van het onderste giekblok (11). Installeer de kabel rond de katrolschijf aan de achterkant.
- Leid de kabel naar de ingebouwde katrolschijf van het bovenste giekblok (12). Installeer de kabel rond de katrolschijf aan de voorzijde.
- Leid de kabel naar de ingebouwde katrolschijf van het onderste giekblok (10). Installeer de kabel rond de katrolschijf aan de achterkant.
- Plaats de draadkabel in de houder van het bovenste giekblok en rond spie (14).
- Steek het draadkabeleinde door klem (15). Draai de stelschroef in de klem vast met een aandraaimoment van
45 ± 7 N·m (33 ± 5 lb ft) .