 |
|
Hete olie en hete componenten kunnen verwondingen veroorzaken. Laat hete olie of hete componenten niet in aanraking komen met de huid. |
| C32 verversingsintervallen voor motorolie | |
| Configuratie van generatorset | Interval |
| Primaire generatorset met diep oliecarter | Elke |
Tap de olie niet af terwijl de motor koud is. Naarmate de olie afkoelt, zakken de opgeloste vuildeeltjes naar de bodem van het carter. De vuildeeltjes worden dan niet met de afgetapte, koude olie verwijderd. Tap het carter af terwijl de motor stilstaat. Tap het carter af terwijl de olie warm is. Met deze aftapmethode worden de in de olie opgeloste vuildeeltjes goed afgetapt.
Als deze aanbevolen procedure niet wordt opgevolgd, circuleren deze vuildeeltjes met de nieuwe olie weer door het smeersysteem van de motor.
| |
| Illustratie 1 | g06234539 |
| (1) Motorolieaftapopening | |
Stop de motor, nadat hij bij normale bedrijfstemperatuur heeft gedraaid. Gebruik een van de volgende methoden om de olie uit het motorcarter af te tappen:
- Als de motor een aftapkraan heeft, draait u de knop van de aftapkraan linksom om de olie af te tappen. Nadat de olie afgetapt is, draait u de knop van de aftapkraan rechtsom om de aftapkraan te sluiten.
- Als de motor geen olieaftapopening heeft, verwijdert u de olieaftapplug om de olie weg te laten lopen. Als de motor een ondiep carter heeft, verwijdert u de olieaftappluggen aan de onderkant aan beide einden van het carter.
Nadat de olie is afgetapt, moeten de olieaftappluggen gereinigd en geïnstalleerd worden.
| KENNISGEVING |
|---|
|
Cat oliefilters worden volgens Caterpillar specificaties gefabriceerd. Het gebruik van een oliefilter dat niet is aanbevolen door Caterpillar kan ernstige schade veroorzaken aan de motorlagers en de krukas en aan andere onderdelen. Gebruik uitsluitend oliefilters die door Caterpillar worden aanbevolen. |
- Verwijder het oliefilter met een 1U-8760 kettingtang.
- Snijd het oliefilter open met een 175-7546 oliefiltersnijder Spreid de plooien uit elkaar en inspecteer het oliefilter op metaaldeeltjes. Een overmatige hoeveelheid metaaldeeltjes in het oliefilter kan duiden op vroegtijdige slijtage of een op komst zijnde storing.
Gebruik een magneet om te kijken welke ijzerhoudende deeltjes en welke niet-ijzerhoudende deeltjes zich in het oliefilterelement bevinden. IJzerhoudende deeltjes kunnen wijzen op slijtage van de stalen en gietijzeren onderdelen van de motor.
Niet-ijzerhoudende deeltjes kunnen wijzen op slijtage van de aluminium, koper of bronzen onderdelen van de motor. De volgende componenten worden mogelijk beïnvloed: hoofdlagers, drijfstanglagers, turbochargerlagers en cilinderkoppen.
Als gevolg van normale slijtage en wrijving is het gebruikelijk om geringe hoeveelheden deeltjes in het oliefilter aan te treffen. Raadpleeg uw Cat dealer om een afspraak te maken voor een verdere analyse indien een grote hoeveelheid deeltjes in het oliefilter wordt gevonden.
Show/hide table
Illustratie 2 g00103713 Karakteristieke filtermontageflens en filterpakking - Reinig het afdichtingsoppervlak van de filtermontageflens. Zorg dat de oude pakking van het oliefilter helemaal wordt verwijderd.
- Breng schone motorolie op de nieuwe oliefilterpakking aan.
Show/hide table
KENNISGEVING Vul de oliefilters niet met olie voordat u ze installeert. Deze olie wordt niet gefiltreerd en kan verontreinigd zijn. Verontreinigde olie kan leiden tot schade aan de motor of snellere slijtage van componenten van de motor.
- Installeer het oliefilter. Draai het oliefilter aan totdat de oliefilterpakking de flens raakt. Draai het oliefilter met de hand aan volgens de instructies die op het oliefilter staan. Draai het oliefilter niet te strak aan.
- Verwijder de olievuldop. Raadpleeg de Bedienings- en onderhoudshandleiding, "Refill Capacities" voor de juiste hoeveelheid te gebruiken olie. Raadpleeg de Bedienings- en onderhoudshandleiding, "Fluid Recommendations" voor de te gebruiken soort olie.
Show/hide table
KENNISGEVING Indien de motor is uitgerust met een hulpoliefiltersysteem of een op afstand gemonteerd oliefiltersysteem, moet u de aanbevelingen van de leverancier of fabrikant van het filter volgen. Indien te veel of te weinig olie in het carter zit, kan de motor schade oplopen.
Show/hide tableKENNISGEVING Om schade aan krukaslagers te voorkomen moet u de motor tornen met de brandstof UIT. Hierdoor worden de oliefilters vóór het starten van de motor gevuld. Torn de motor niet langer dan 30 seconden.
- Start de motor en laat hem twee minuten lopen met "LAAG STATIONAIR TOERENTAL". Voer deze procedure uit om er zeker van te zijn dat het smeersysteem olie heeft en de oliefilters gevuld zijn. Inspecteer het oliefilter op olielekken.
- Stop de motor en laat de olie minstens 10 minuten terug in de bak lopen.
- Verwijder de oliepeilstok om het oliepeil te controleren. Houd het oliepeil tussen de merktekens "ADD" (BIJVULLEN) en "FULL" (VOL) op de oliepeilstok.