XQP1100 Generator Set Caterpillar

• De motor raakt vaak oververhit.

• Er is schuim zichtbaar.

• Olie is het koelsysteem binnengedrongen en heeft de koelvloeistof verontreinigd.

• Brandstof is het koelsysteem binnengedrongen en heeft de koelvloeistof verontreinigd.

Opm. Als het koelsysteem wordt gereinigd, is alleen schoon water nodig wanneer de ELC wordt afgetapt en ververst.

Opm. Inspecteer de waterpomp en de thermostaat nadat het koelsysteem is afgetapt.

Aftappen

Show/hide table

Onder druk staand systeem: Hete koelvloeistof kan ernstige brandwonden veroorzaken. Om de vuldop van het koelsysteem te openen moet u de motor stoppen en wachten totdat de componenten van het koelsysteem zijn afgekoeld. Draai de drukdop van het koelsysteem langzaam los om de druk te ontlasten.

1. Stop de motor en laat hem afkoelen. Draai de vuldop van het koelsysteem langzaam los om eventueel aanwezige druk te ontlasten. Verwijder de vuldop van het koelsysteem.

2. Open de aftapkraan (indien aanwezig) van het koelsysteem. Als het koelsysteem geen aftapkraan heeft, verwijder dan de aftapstoppen van het koelsysteem.

   Laat de koelvloeistof weglopen.

Voor informatie over het afvoeren en recyclen van gebruikte koelvloeistof kunt u uw Caterpillar dealer of de Caterpillar Dealer Service Tool Group raadplegen:

Doorspoelen

1. Spoel het koelsysteem met schoon water door om al het vuil te verwijderen.

2. Sluit de aftapkraan (indien aanwezig). Reinig de aftapstoppen. Installeer de aftappluggen. Raadpleeg de handleiding Specificaties, SDNR3130, "Torque Specifications" voor meer informatie over de juiste aandraaimomenten.
   Show/hide table

   KENNISGEVING
   Vul het koelsysteem niet sneller dan met 19 l (5 Am. gallon) per minuut om luchtzakken te voorkomen.

3. Vul het koelsysteem met schoon water. Installeer de vuldop van het koelsysteem.

4. Start de motor en laat hem stationair lopen tot hij een temperatuur van 49 to 66 °C (120 to 150 °F) bereikt.

5. Stop de motor en laat hem afkoelen. Draai de vuldop van het koelsysteem langzaam los om eventueel aanwezige druk te ontlasten. Verwijder de vuldop van het koelsysteem. Open de aftapkraan (indien aanwezig) of verwijder de aftappluggen van het koelsysteem. Laat het water weglopen. Spoel het koelsysteem door met schoon water. Sluit de aftapkraan (indien aanwezig). Reinig de aftapstoppen. Installeer de aftappluggen. Raadpleeg de handleiding Specificaties, SDNR3130, "Torque Specifications" voor meer informatie over de juiste aandraaimomenten.

Vullen

Show/hide table

KENNISGEVING
Vul het koelsysteem niet sneller dan met 19 l (5 Am. gallon) per minuut om luchtzakken te voorkomen.

1. Vul het koelsysteem met Extended Life koelvloeistof (ELC). Raadpleeg Bedienings- en onderhoudshandleiding, "Refill Capacities and Recommendations" (het gedeelte Onderhoud) voor meer informatie over koelsysteemspecificaties. Installeer de vuldop van het koelsysteem niet.

2. Start de motor en laat stationair draaien. Verhoog het motortoerental tot hoog stationair. Laat de motor gedurende één minuut met hoog stationair toerental draaien om de holten van het motorblok van lucht te ontdoen. Stop de motor.

3. Controleer het koelvloeistofpeil. Houd het koelvloeistofpeil binnen 13 mm (0.5 inch) onder de onderkant van de vulpijp. Houd het koelvloeistofpeil binnen 13 mm (0.5 inch) van het juiste niveau op het kijkglas (indien aanwezig).

4. Reinig de vuldop van het koelsysteem. Inspecteer de pakking die zich op de vuldop van het koelsysteem bevindt. Als de pakking die zich op de vuldop van het koelsysteem bevindt, is beschadigd, gooit u de vuldop weg en installeert u een nieuwe. Als de pakking die zich op de vuldop bevindt, niet is beschadigd, gebruikt u een 9S-8140 drukpomp om een druktest op de vuldop uit te voeren. De juiste druk is op de voorkant van de vuldop van het koelsysteem gestempeld. Als de vuldop van het koelsysteem de juiste druk niet kan handhaven, installeer dan een nieuwe vuldop.

5. Start de motor. Inspecteer het koelsysteem op lekken en de juiste bedrijfstemperatuur.